Rome, 49 v. Chr. Caesar is de rivier de Rubicon overgestoken en marcheert naar Rome. Pompeius, zijn aartsrivaal, maakt zich op om de stad te ontvluchten, waarbij hij Rome onbeveiligd, zonder enige vorm van bestuur en op de rand van chaos achterlaat. In deze staat van complete paniek wordt Pompeius' neef vermoord. De veldheer draagt Gordianus de Vinder op de moordenaar te vinden. Gordianus heeft weinig keus: zijn zoon bevindt zich aan de zijde van Caesar, zijn schoonzoon is meegenomen door Pompeius. En dus wordt hij gedwongen de geheimen van de dode man te achterhalen, om zo zijn familie te beschermen tegen verpletterende krachten die de Romeinse wereld voor altijd zullen veranderen.