Voor het Westen bleef de tropenflora van de Indische Archipel eeuwenlang gehuld in een dichte moessonmist. Totdat in 1654 Georg Everhard Rumpf (1627-1702), beter bekend als Rumphius, als compagniesoldaat arriveert op Ambon, het eiland waar hij tot zijn dood zal blijven. Hij raakt gebiologeerd door de flora van het eiland. Ondanks rampspoed en tegenslag voltooit Rumphius, na ruim veertig jaar studie, zijn botanische meesterwerk: Het Amboinsche Kruidboek (1741-1750).
In Rumphius’ Kruidboek vertelt Norbert Peeters zestien verhalen over de Ambonese flora, aangevuld met een historische en etnografische context. Lees de bijzondere verhalen achter botanische bekenden zoals kruidnagel en nootmuskaat, en maak kennis met curiositeiten waaronder het ‘gevoelige-kruid’ dat filosofen tot waanzin drijft.