Elke dag na school en in de weekenden, wanneer zijn vriendjes voetbalplaatjes ruilen, gaat de twaalfjarige Steven graven. Hij heeft een doel, een belangrijk doel. Als hij de botten van zijn oom Billy vindt, die op elfjarige leeftijd is verdwenen, zal zijn familie eindelijk rust hebben. Waarschijnlijk is Billy om het leven gebracht door een seriemoordenaar die nog vastzit. Steven is vastbesloten om de krakende kieren en stinkende wonden in zijn familie te dichten. Moedig schrijft hij de seriemoordenaar een brief, zonder zijn identiteit kenbaar te maken. Dan begint een kat-en-muisspel tussen een wanhopige jongen en een verveelde kindermoordenaar. Een heel gevaarlijk spel met grotere consequenties dan Steven ooit had kunnen voorzien...