Vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw werd in tal van landen het liberale denken dominant. Ook in Nederland koos de overheid als het even kon voor deregulering, privatisering en marktwerking. Bovendien zette het Westen na het vallen van de Berlijnse Muur vol enthousiasme in op wereldwijde vrijhandel. Hoewel die agenda ontegenzeggelijk voordelen had, bracht ze ook problemen mee, zoals een groeiende ongelijkheid tussen rijk en arm, flexibilisering van de vaste baan, meer asociaal gedrag en een breed levend gevoel dat de nationale gemeenschap erodeert. De bestuurlijke elite leek nauwelijks te begrijpen wat er gaande was. Zowel links als rechts van het politieke midden bleef men vasthouden aan liberale denkwijzen. Juist dat bood ruimte aan rechts-populistische politici die het onbehagen uitbuitten en de polarisatie verder opvoerden. Niet zonder succes, zoals de verkiezingsuitslagen in de meeste Europese landen laten zien. Hoewel velen zich daarover bezorgd tonen, hebben slechts weinigen een helder antwoord op de vraag wat er met de Nederlandse samenleving is gebeurd. Die vraag komt in dit boek op genuanceerde wijze aan bod, waarbij tevens duidelijk wordt in welke richting we de huidige problemen kunnen oplossen.
Gabriël van den Brink was tot 2016 hoogleraar maatschappelijke bestuurskunde aan Tilburg University en werkt sindsdien als hoogleraar wijsbegeerte bij Centrum Èthos aan de Vrije Universiteit. Kenmerkend is dat hij empirisch onderzoek en filosofisch nadenken over de meer algemene vragen van het leven combineert.
Gabriël van den Brink was tot 2016 hoogleraar maatschappelijke bestuurskunde aan Tilburg University en werkt sindsdien als hoogleraar wijsbegeerte bij Centrum Èthos aan de Vrije Universiteit. Kenmerkend is dat hij empirisch onderzoek en filosofisch nadenken over de meer algemene vragen van het leven combineert.