Sinds 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet. De “Overall rapportage sociaal domein” geeft – op landelijk niveau – inzicht in ontwikkelingen die zich in dat domein voordoen. In 2016 verscheen de eerste rapportage, in 2017 de tweede. Deze publicatie is een samenvatting van de derde rapportage, die uit 2 delen bestaat.
Eerst wordt op basis van een enquête gerapporteerd over de kwaliteit van leven van mensen in het gedecentraliseerde sociaal domein. Besproken worden onder meer de problemen die mensen ondervinden en de mate waarin zij die problemen zelf of met behulp van hun sociale netwerk kunnen oplossen. Aandacht is er verder voor kwetsbaarheid, eenzaamheid, participatie en (zelf)redzaamheid, ook komen gegevens over tevredenheid met (onderdelen van) het leven aan bod. Tot slot kijken we naar verschillen in kwaliteit van leven tussen in- en uitstromers van voorzieningen.
Vervolgens wordt een cijfermatig overzicht gegeven van het gebruik van individuele voorzieningen in het sociaal domein: wie zijn gebruikers, hoeveel zijn het er en hoeveel mensen stromen in of uit? Ook stapeling van voorzieningengebruik en regionale verschillen daarin worden behandeld.
De samenvatting sluit af met een beschouwende blik op de ontwikkelingen die we zien en op benodigde veranderingen in de manier waarop gemonitord wordt.
Evert Pommer doet vooral onderzoek naar de publieke sector en inkomensverdelingsvraagstukken. Sinds de start in 2014 is hij projectleider van de Overall rapportage sociaal domein. In dit rapport schrijft hij over ontwikkelingen in het voorzieningengebruik.
Jeroen Boelhouwer doet onderzoek naar sociale indicatoren, geluk en de leefsituatie van de Nederlandse bevolking. In dit rapport schrijft hij over kwaliteit van leven.
Evelien Eggink houdt zich vooral bezig met onderzoek naar gebruik, kosten en kwaliteit van de publieke sector. In dit rapport schrijft zij over stapeling en duur van het voorzieningengebruik.
Anna Maria Marangos doet onderzoek op de terreinen gezondheid, welzijn en langdurige zorg. In dit rapport schrijft zij over kwaliteit van leven.
Ingrid Ooms werkt vooral aan onderzoek op het terrein van de publieke sector. In dit rapport schrijft zij over regionale verschillen.
Eerst wordt op basis van een enquête gerapporteerd over de kwaliteit van leven van mensen in het gedecentraliseerde sociaal domein. Besproken worden onder meer de problemen die mensen ondervinden en de mate waarin zij die problemen zelf of met behulp van hun sociale netwerk kunnen oplossen. Aandacht is er verder voor kwetsbaarheid, eenzaamheid, participatie en (zelf)redzaamheid, ook komen gegevens over tevredenheid met (onderdelen van) het leven aan bod. Tot slot kijken we naar verschillen in kwaliteit van leven tussen in- en uitstromers van voorzieningen.
Vervolgens wordt een cijfermatig overzicht gegeven van het gebruik van individuele voorzieningen in het sociaal domein: wie zijn gebruikers, hoeveel zijn het er en hoeveel mensen stromen in of uit? Ook stapeling van voorzieningengebruik en regionale verschillen daarin worden behandeld.
De samenvatting sluit af met een beschouwende blik op de ontwikkelingen die we zien en op benodigde veranderingen in de manier waarop gemonitord wordt.
Evert Pommer doet vooral onderzoek naar de publieke sector en inkomensverdelingsvraagstukken. Sinds de start in 2014 is hij projectleider van de Overall rapportage sociaal domein. In dit rapport schrijft hij over ontwikkelingen in het voorzieningengebruik.
Jeroen Boelhouwer doet onderzoek naar sociale indicatoren, geluk en de leefsituatie van de Nederlandse bevolking. In dit rapport schrijft hij over kwaliteit van leven.
Evelien Eggink houdt zich vooral bezig met onderzoek naar gebruik, kosten en kwaliteit van de publieke sector. In dit rapport schrijft zij over stapeling en duur van het voorzieningengebruik.
Anna Maria Marangos doet onderzoek op de terreinen gezondheid, welzijn en langdurige zorg. In dit rapport schrijft zij over kwaliteit van leven.
Ingrid Ooms werkt vooral aan onderzoek op het terrein van de publieke sector. In dit rapport schrijft zij over regionale verschillen.