Privédetective Varg Veum krijgt in zijn kantoor in Bergen een telefoontje van een oud-collega. Het gesprek voert hem vijfentwintig jaar terug in de tijd, toen hij nog werkte bij de jeugdzorg. Destijds werd een jongetje onder tragische omstandigheden bij zijn moeder weggehaald. Hetzelfde kind was later in zijn jeugd tot tweemaal toe betrokken bij een moord, waar hij de laatste keer als dader voor is veroordeeld. Varg Veum heeft altijd aan zijn schuld getwijfeld.
Het jongetje van toen is nu een volwassen man, vastbesloten om wraak te nemen op degenen die verantwoordelijk zijn voor de vernietiging van zijn leven, en ook Varg Veums naam staat op de dodenlijst.