Op een regenachtige vrijdagmiddag verongelukt de achtjarige Sander Mohr in zijn eigen huis. Zijn ouders zijn ontroostbaar en psychologe Inger Johanne Vik gelooft net als iedereen dat Sanders dood een tragisch ongeluk is. Bovendien heeft de politie andere zaken aan het hoofd. Op dezelfde dag pleegt Anders Breivik zijn dodelijke aanslagen.
De jonge Henrik Holme, zojuist afgestudeerd aan de politieacademie, wil het onderzoek niet zomaar aan de kant schuiven. Hij vermoedt dat er meer gaande is in het welgestelde en schijnbaar ideale gezin uit een van de betere buurten van Oslo en slaagt erin Inger opnieuw voor de zaak te interesseren. Terwijl in Oslo de rust langzaam weerkeert, blijkt zich in de schaduw van de aanslag een andere ramp te hebben voltrokken, waarbij vooroordelen, schaamte, leugens en misstappen hun tol hebben geëist.