De Brusselse taxichauffeur Walter Sevenijns staat 's nachts in de hoerenbuurt op een klant te wachten. Hij hoort iemand gillen en gaat op onderzoek uit. Op de binnenplaats van een club staat een aan de muur geketende vrouw. Dan gaat een deur open, wordt de ketting losgemaakt en de vrouw naar binnen getrokken.
Walter raakt het beeld van de prostituee niet kwijt en bedenkt een plan om haar te bevrijden. Hij treft vergaande voorbereidingen voor zijn eenmansactie, maar tegen wie hij het moet opnemen is hem niet duidelijk.
Rechercheur Steven Goossens krijgt het dossier over een vermiste Poolse vrouw op zijn bureau. Samen met zijn collega Kris van Diemen komt hij een Pool op het spoor die met de zaak te maken heeft. Het kat-en-muisspel dat volgt, leidt tot Goossens' vertrek naar Polen, waar hij in het kader van grensoverschrijdende politiesamenwerking dertig dagen de tijd heeft om de vrouwenhandelaar op te sporen en in te rekenen.