Na het plotse overlijden van haar haar man Louis komt de 82-jarige Frieda Tendeloo in een verzorgingshuis terecht. Ineens is ze weer alleen na ’n huwelijk van meer dan een halve eeuw. Maar in plaats van rouw om Louis dringt zich een verzwegen verdriet aan haar op.
In 1963 vriest de Waal voor het laatst dicht. Frieda Tendeloo en Otto Drehmann ontmoeten elkaar in het ijspaleis dat de rivier is geworden. Ze geven zich over aan hun verliefdheid, hoewel Otto al getrouwd is. Frieda raakt in verwachting van een kindje dat ze uiteindelijk nooit zien. Maar dat wel altijd in haar gedachten is gebleven.
Hoewel de omstandigheden Frieda dwongen om te zwijgen en te vergeten, lijkt nu de tijd gekomen om te praten en te gaan zoeken. En om haast te maken, voordat het kindje voorgoed samen met haar verdwijnt.