Zoë leeft voorbij de schemerzone, op het gedeelte van de wereld waar de orizon al in geen eeuwen meer heeft geschenen. Ze is een Afvallige, omdat ze het lichtgen mist. Op haar zestiende verjaardag wordt ze uit het weeshuis gezet en moet ze voor zichzelf zorgen. Met gevaar voor eigen leven besluit ze naar de schemerzone te gaan om te jutten, zodat ze wat spulletjes heeft om te verkopen.
Als ze tijdens het jutten op een lijk stuit en een chip vindt, wordt haar wereld op zijn kop gezet. Op de chip staan filmpjes die de vrede tussen de donkere en de lichte kant van de planeet aan het wankelen brengt. Zoë wordt door de regering gedwongen om onderzoek te doen.
Doordat ze Christiaan ontmoet, een jongen van de lichte kant van de planeet, komt ze meer en meer in de problemen. Ze heeft geen idee hoe ze hier ongeschonden uit moet komen. Het leven van haar vrienden hangt als een molensteen om haar nek, net als het voortbestaan van haar land.
Als ze tijdens het jutten op een lijk stuit en een chip vindt, wordt haar wereld op zijn kop gezet. Op de chip staan filmpjes die de vrede tussen de donkere en de lichte kant van de planeet aan het wankelen brengt. Zoë wordt door de regering gedwongen om onderzoek te doen.
Doordat ze Christiaan ontmoet, een jongen van de lichte kant van de planeet, komt ze meer en meer in de problemen. Ze heeft geen idee hoe ze hier ongeschonden uit moet komen. Het leven van haar vrienden hangt als een molensteen om haar nek, net als het voortbestaan van haar land.