In Dickens' grote romans komt men overal fragmenten tegen waar hij het niet laten kon iets wat hem getroffen had, in te bouwen in de loop van het verhaal, ook als het er eigenlijk niet veel mee te maken had. Zijn schetsen en verhalen zijn niet anders dan zulke krabbels in een schrijvers-schetsboek, en net als bij schilders zijn ze soms boeiender en amusanter dan de schilderijen. Zie de karakterschetsen van jongelui en jonge paartjes, een kostelijke mengeling van geestige observatie en op hol geslagen verbeelding. Of neem de vreemde geschiedenis van Tulrumble: geschreven in de beste Pickwickstijl en onweerstaanbaar komisch. Volgens Maarten 't Hart is het unieke van Dickens: 'zijn vermogen om onvergetelijke mensen te scheppen die meer voor je gaan leven dan de personen uit romans van enig ander schrijver' (VN, 14 juli 1979); Robert Morse noemt hem 'de geestigste schrijver ter wereld'; Hobsbawm: 'hij laat je de wereld weer zien zoals je hem zag toen je nog een kind was'.