‘Wat wil die adelaar dan met je?’ vroeg Broeda.
‘Hij wil me opeten.’
‘Maar je bent toch een schildpad!’
‘Ik ben jouw God!’
In den beginne was het Woord. En het Woord was: ‘Hé, jij daar!’
Broeda is Uitverkoren. Zijn god heeft tot hem gesproken, zij het momenteel in de gedaante van een schildpadje.
Broeda is een eenvoudige ziel die dan ook maar een paar dingen wil: Hij wil graag dat ze die wijsgeer niet vervolgen en dat de inquisitie hem niet gaat martelen — ook al beweert die vent dat de wereld plat is en op de rug van een schildpad door de ruimte zeilt. (Dat is wel waar, maar niet volgens het Kerkelijk dogma: de Schijf is een bol!) Waarin veel kleingodjes, grote goden, kibbelende wijsgeren, een stoomtoestel en een hongerige leeuw.
Kort gastoptreden van een orang oetan.