Het heet dat de wereld plat is en op de rug ligt van vier olifanten, die zelf weer op de rug van een reuzenschildpad staan.
Het heet dat de vijfde olifant ettelijke jaren geleden door de dampkring kwam aankrijsen en zo hard neerkwam dat vastelanden spleten en gebergten oprezen. Dat is maar een verhaal? En die omstreden delfstof dan?
Douwe Flinx, politiechef tevens hertog te Ankh-Meurbork, moet als ambassadeur naar het duistere Überwald, een land rijk aan vet. Opeens is hij een opgejaagde vluchteling in een winters woud, met alleen nog zijn aangeboren slimheid en die akelige broek van oom Wanja (nee, vraag maar niks). Weerwolven volgen zijn spoor, en – ze halen hem in.