Duncan Graig emigreert naar Zuid-Afrika. In Kaapstad merkt hij al gauw dat het zeer moeilijk is een baan te vinden. Onverwacht krijgt hij een aanbod van kolonel Bland. Kolonel Bland, een agressieve, keiharde zakenman, is eigenaar van de South Antartic Whaling Company. Deze smeekt Graig het bevel te voeren over de Tauer III, een sleepboot die Bland en zijn schoondochter Judy naar de walvisvaarder Southern Cross moet brengen. Er is grote haast bij, want op de Southern Cross gebeuren vreemde dingen. Bernt Nordahl, Judy's vader en bevelhebber van de walvisvaarder, is op een nacht overboord geslagen. Was het moord of zelfmoord? Kolonel Bland wil de zaak in de doofpot stoppen. Waarom? Wat zit erachter? Toch wordt hij door de bemanning gedwongen, onder dreiging van muiting, de zaak uit te zoeken. Want Nordahl was zeer gezien bij zijn bemanning. In de barre ijsvlakten van de Poolzee, waar ijsbergen zich alles vernietigend een weg banen, woedt een strijd van mens tegen mens, maar even hevig is het gevecht tegen de natuurkrachten!
