Innemende roman over adolescentie en studententijd in de vroege jaren tachtig
Het is 1984. De 18-jarige hoofdpersoon van Schipbreuk krijgt een vriendin, doet eindexamen en gaat studeren. Het echte leven kan beginnen. En dat begint inderdaad. Hij krijgt een relatie met een fotomodel en is getuige van de ondergang, versneld door cocaïne, van een van zijn beste vrienden. Ondertussen lijdt hij onder dodelijke verlegenheid in de collegezaal, en bindt hiermee op eigen wijze de strijd aan. Deze tragikomedie, die de studentenwereld in de jaren tachtig als herkenbare achtergrond heeft, gaat over het verliezen van illusies op de rand van volwassenheid – en nog altijd houdt de hoofdpersoon illusies over.