Op negentienjarige leeftijd verhuist Karl Ove naar Bergen. Vol ambitie en toekomstdromen begint hij aan de schrijversacademie. Zelfkritiek en schaamte blijven hem achtervolgen. Hoewel hij verschillende intense liefdes beleeft en hechte vriendschappen opbouwt, zorgen zijn destructieve keuzes bij hem voor angst en existentiële crises. Toch houden zijn diepe wens om te schrijven en de liefde voor de paar mensen die dicht bij hem staan hem gaande.