Mark Dooher beschouwt zichzelf als een verstandig man. Anders was hij niet geworden wat hij nu is: hoofd van een belangrijk advocatenkantoor in San Francisco, een vooraanstaand burger, een gerespecteerd huisvader en raadsman van het aartsbisdom van San Francisco.
Wanneer Mark verliefd wordt op de jonge rechtenstudente, Christina Carrera, vindt hij het niet meer dan normaal dat ook zij tot zijn verworvenheden gaat behoren. En ondanks waarschuwingen van zijn oude vriend en collega Wes Farrell begint Mark op subtiele wijze Christina het hof te maken en binnen zijn kantoor te halen. Alles verloopt tot volle tevredenheid van Mark, tot zijn vrouw om het leven komt bij wat ogenschijnlijk een roofoverval lijkt.
Abe Glitsky van de Afdeling Moordzaken verdenkt Mark ervan de hand te hebben gehad in de dood van zijn vrouw en vindt voldoende aanwijzingen om hem op beschuldiging van moord te arresteren. Maar Glitsky heeft niet gerekend op de koelbloedigheid van Mark Dooher, die met Farrell en Christina als zijn advocaten en tegen alle bewijzen in, tijdens een zinderende rechtszaak het hof en de jury op onnavolgbare wijze van zijn wettige onschuld overtuigt. Want schuld moet nog altijd bewezen worden...