Over de koolzwarte grond loopt ze naar de zee, zonder dat er ook maar een veegje op haar voeten achterblijft. Ze zwemt door het heldere water boven de gestolde lava die hier ooit sissend de zee in stroomde. Ze zwemt naar de horizon, waar de zee onzichtbaar oplost in de lucht. Dan draait ze zich om en kijkt naar de twee zielenartsen op hun stoelen in de zon. Achter hen de stad en de Etna. Roberto heeft haar dit leven van strand en zee leren kennen. De mooiste stranden en de mooiste zee. Ze voelde zich een godin naast een oude god. Een Nederlandse vrouw keert terug naar Sicilië, om haar voormalige geliefde te bezoeken die stervende is. Waar ze vroeger midden in la dolce vita belandde, komt ze nu in een duister drama terecht met een oude verbitterde man, zijn schizofrene zoon en een tirannieke butler. Ze begrijpt steeds minder van de onderlinge verhouding, wie dader is en wie slachtoffer, en ze begrijpt steeds minder hoe ze ooit zoveel heeft kunnen houden van de man voor wie ze nu slechts medelijden voelt. De fysieke en mentale ontluistering van de oude psychiater en man van de wereld staat in schril contrast met de schoonheid van het eiland en de uitbundige feestelijkheden rond de beschermheilige van de stad, Sant Agata. Een melancholiek verhaal in een schitterend Italiaans decor.