Na lang te hebben getreuzeld in Rome, reisde Goethe in 1787 eindelijk af naar het zuiden, wat hem Italië met andere ogen deed zien. Hij realiseerde het zich toen het gebeurde; in zijn dagboek noteerde hij: 'Als je Italië wil begrijpen, moet je naar Sicilië, want dat is de sleutel tot alles.' Op Sicilië is alles groots en meeslepend en het leven lijkt er altijd intenser te zijn dan elders; als de zon schijnt, is hij heter, als het regent is het alsof de Middellandse Zee zich over je uitstort en emoties als trots, jaloezie, wraakgevoelens, maar ook liefde en geilheid worden er dieper beleefd, theatraler geuit en hebben verdergaande gevolgen.
Het is een eiland dat wordt omringd door drie zeeën, waar rotskusten en gouden graanvlaktes afsteken tegen een berg die het grootste deel van het jaar met sneeuw is bedekt, maar geregeld vuur spuugt. Niets is er wat het op het eerste gezicht lijkt te zijn en de grens tussen mythe en geschiedenis is er altijd flinterdun. Ooit was dit het land van Grieken, Arabieren, Byzantijnen, Normandiërs, Spanjaarden en Oostenrijkers en al die invloeden hebben Sicilië gemaakt tot wat het is: een uniek veelzijdig, gastvrij, wonderschoon, maar ongrijpbaar en daardoor mysterieus uitroepteken.
Deze Wereldwijzer is een mooie, complete eilandgids door Remko Tekke.