In ‘Sido’ schetst Colette in beeldende beschrijvingen haar jeugd in het Bourgondische dorpje Saint-Sauveur, met haar broers, ‘de wilden’, met wie ze oneindig veel in de bossen speelde, haar mysterieuze, eenzelvige zus, haar eenbenige vader met literaire en politieke ambities en haar eigenzinnige, vooruitstrevende moeder Sido.
‘Sido’ wordt beschouwd als een van de mooiste boeken uit Colettes oeuvre en werd in vijftien talen vertaald.