'Wie nagaat wat tussen 1930 en 1937 in Nederland plastisch werd gemaakt, zal moeten erkennen, dat Van den Hoonaard hier een voorloper is geweest met een gedurfde, vrijere, open vormgeving (...) Een voorloper, waar hier niemand op is doorgegaan, waar weinig op werd gelet, en waar de vernieuwing van de laatste jaren (1950-1955) geen voortzetting van is, omdat niemand het meer kende. (...) Toch heeft Van den Hoonaard vroeg nú geldende principes erkend en weten te gebruiken. Het geeft een navrante eenzaamheid aan dit zuivere moedige werk.'
Aldus A.M. Hammacher (1897-2002), winnaar van de P.C. Hooftprijs in 1948 en van 1948 tot 1963 directeur van Rijksmuseum Kröller-Müller.