De Nederlandse schrijver Jeroen Brouwers heeft twaalf jaar in Vlaanderen gewoond. Over deze periode en over het Vlaamse culturele leven heeft hij veel geschreven. In verhalende vorm (Groetjes uit Brussel, 1969), alsook in essayistische en polemische vorm (Mijn Vlaamse jaren, 1978, en Alleen voor Vlamingen, 1982). Brouwers is een kenner van de Vlaamse letteren, blijkens vele artikelen over het onderwerp die ook in andere van zijn boeken zijn gepubliceerd, zoals Kladboek (1979), De Bierkaai (1980) en De laatste deur (1983). Ettelijke van zijn polemische uitvallen naar het Vlaamse literaire wereldje zijn hem door onze zuiderburen niet in dank afgenomen, en toch hebben de Vlamingen in hem een pleitbezorger herkend: Brouwers staat te boek als een 'niet begrepen minnaar van Vlaanderen'.
Sire, er zijn geen Belgen kan beschouwd worden als een 'cursus Vlaanderen'. Hoe komt het dat Nederlanders en Vlamingen elkaar niet begrijpen? Wat is er aan de hand met het Nederlands van de Vlamingen? Waarom hebben Vlamingen zo’n hekel aan Nederlanders en hoe komt het dat Nederland zo ongeïnteresseerd is in alles wat Vlaams is of met Vlaanderen in verband wordt gebracht?