Erik Jan Harmens stelde in 2009 een geruchtmakende bloemlezing samen van dichters die debuteerden in de `nulties , getiteld: Ik ben een bijl. In de inleiding van die bloemlezing verdedigde hij vurig de taalvernieuwers binnen de Nederlandse poëzie, waarbij hij De Jeugd Van Tegenwoordig noemde als de belangrijkste hedendaagse pleitbezorgers, die wat hem betreft in de traditie staan van Bredero en Buddingh .
De werkelijke literaire avant-garde is naar de mening van Harmens tegenwoordig niet zozeer te vinden in het literair café, maar op de podia van jongerencentra. Hun teksten worden niet in een oplage van honderd exemplaren gebundeld, maar schetteren uit smartphones en bluetoothspeakers. Als zij spreken wordt er gedanst en geluisterd. Dit is poëzie met een polsslag.
In Sjembek zonder clout laat Harmens zien hoe ingenieus en zorgvuldig de teksten van De Jeugd Van Tegenwoordig zijn gecomponeerd en weegt hij de bijdrage die De Jeugd levert aan zowel de geschreven als de gesproken Nederlandse poëzie.
De Jeugd Van Tegenwoordig blaast met tomeloos veel plezier en energie de `liefde voor taalschepping nieuw leven in en kan daar niet genoeg voor worden geprezen.
De werkelijke literaire avant-garde is naar de mening van Harmens tegenwoordig niet zozeer te vinden in het literair café, maar op de podia van jongerencentra. Hun teksten worden niet in een oplage van honderd exemplaren gebundeld, maar schetteren uit smartphones en bluetoothspeakers. Als zij spreken wordt er gedanst en geluisterd. Dit is poëzie met een polsslag.
In Sjembek zonder clout laat Harmens zien hoe ingenieus en zorgvuldig de teksten van De Jeugd Van Tegenwoordig zijn gecomponeerd en weegt hij de bijdrage die De Jeugd levert aan zowel de geschreven als de gesproken Nederlandse poëzie.
De Jeugd Van Tegenwoordig blaast met tomeloos veel plezier en energie de `liefde voor taalschepping nieuw leven in en kan daar niet genoeg voor worden geprezen.