Win hangt graag op straat; de stad slaapt nooit, maar Win wel. Hij heeft narcolepsie. Daarom neemt hij uppers en andere pillen. Hij wil vluchten uit zijn ellendige bestaan en ontmoet Romy, een meisje dat op de ijspiste schaatst en droomt van de Olympische Winterspelen.
Maar Romy's wereld is niet die van Win. Zeker wanneer Win aan de slag gaat als loopjongen voor een paar louche jongens. In een flitsende turbotaal van de straat schetst de auteur een portret van een generatie, met een tragische liefdesgeschiedenis in de hoofdrol.
'Skater in de mist' gaat over skaters, maar ook over zoveel meer: winnen, verliezen, cool en uncool zijn, vluchten en op je bek gaan. Een vuist in het gezicht.