"Eigenlijk heb ik maar één vraag voor je: Waarom?" De 17-jarige Mariecke zit vast in een jeugdinrichting en wordt ondervraagd over de dood van haar leraar Nederlands. Wat heeft zij ermee te maken? Hoe komt het dat dit brave rijkeluiskindje binnen een jaar volkomen ontspoord is? En wat is er precies gebeurd daar aan zee, op die avond toen haar leraar verdronk?