We hebben geen plek om te wonen,zei Alida. En het is laat in de herfst, het is donker en koud, en we moeten toch ergens wonen, zei zij en toen bleven ze daar staan zonder iets te zeggen.
Twee jonge mensen, Asle en zijn geliefde Alida, dwalen door een Noors kustplaatsje. Het is laat in de herfst, het is koud, en Alida is hoogzwanger. Nergens krijgen ze onderdak en hun vertwijfeling wordt steeds groter. Ze denken terug aan betere tijden, toen ze elkaar leerden kennen en bij de eerste aanblik wisten dat ze voor elkaar waren voorbestemd, maar er zijn ook herinneringen aan treurige en donkere ogenblikken.
De melancholische geschiedenis van Asle en Alida komt tot leven door de melodieuze eenvoud van de taal. Slapeloos lezen is een belevenis zonder weerga. Men kan zich niet onttrekken aan de suggestiviteit van Fosse's proza, de bijbelse kracht ervan.