‘Helen ontmoette ik voor het eerst toen ik enkele jaren geleden een zomer verbleef in een klein dorp aan zee. Zij was weduwe. Haar man, kapitein bij de infanterie, stierf jong en liet haar achter met een dochtertje van vijf jaar. Door kennissen had ik Helen's naam wel eens hooren noemen. Zelfs stond mij voor den geest, dat ik haar jaren en jaren geleden eens vluchtig had ontmoet. Zeker daaromtrent was ik echter niet.