Op de dag dat ze zou trouwen met een vooraanstaand psychiater, wordt een jonge bruid onthoofd aangetroffen. De politie denkt dat de Mexicaanse tuinman haar in een vlaag van jaloerse woede heeft aangevallen met zijn machete, maar de moeder van het slachtoffer - een steenrijke, koele schoonheid - gelooft daar niets van en neemt contact op met oud-politieman Dave Gurney.
Een paar maanden na zijn laatste opdracht, die hem bijna het leven kostte, probeert Dave zich weer aan te passen aan het rustige, huiselijke leven van een pensionado. Tot hij een telefoontje krijgt over de moord op de bruid, een zaak die hij ondanks de bezwaren van zijn vrouw Madeleine niet kan weigeren. Er lijkt echter geen enkel spoor van de dader te zijn. Niets.
Achter de misdaad lijkt een duister complot schuil te gaan. Terwijl Gurney hier een beeld van begint te krijgen, komen veel van zijn zekerheden op losse schroeven te staan. De afgrond die zich dan voor zijn voeten opent, dreigt niet alleen hem, maar ook zijn vrouw op te slokken. In een ultieme poging om haar en zichzelf te redden ontdekt Gurney uiteindelijk dat de moordenaar toch een spoor heeft achtergelaten. Maar de tijd dringt!
