Vandaag de dag staan de media bol van gruwelverhalen waarin jonge daders en minderjarige criminelen de hoofdrolspelers zijn. Overvallen, steekpartijen, dodelijke schoten, klopjachten door politie en opzienbarende processen. De publieke opinie is geschokt en eist gerechtigheid. Zijn deze jongeren het slachtoffer van onze veeleisende maatschappij en mentaliteit? Moeten ze gespaard worden? En hoe worden ze door onze samenleving en rechtssysteem gestraft?
Romain Vanlandschoot zoekt antwoorden in de geschiedenis. Zes eeuwen lang speurt hij naar jongeren in de criminaliteit en hoe ze door de maatschappij werden bekeken, opgevangen, heropgevoed, gestraft. Hij haalt een aantal mijlpalen aan waaruit de onopgeloste spanning tussen repressie en pedagogie, tussen straf en heropvoeding telkens weer blijkt. Van de eerste ordonnantie van Filips de Goede in 1459 tot de wet Onkelinx in 2006. Over de eerste weeshuizen, tucht- en verbeterhuizen, jeugdbescherming en jeugdrecht.
De aanleiding voor dit boek was voor Romain Vanlandschoot de herdenking van 150 jaar Gemeenschapsinstelling voor Bijzondere Jeugdbijstand ‘De Zande’ in 1999. Een gedetailleerd diepteonderzoek naar de historische dimensie van jeugdcriminaliteit en het maatschappelijk, beleidsmatig en publieke antwoord daarop.