Joost Pollmann (1957) is graag op reis, ondanks alles. Want onderweg wil het nog wel eens nat zijn: ook in Libanon, Brazilië en Nigeria kwam het met bakken uit de hemel. Het miezerde in Bradford, het onweerde aan het Vierwoudstedenmeer, het was kil in Sint Petersburg. Maar ook bij slecht weer is de wereld mooi en interessant, en het is de kunst om poëzie te zien in wat prozaïsch lijkt. In de in Sneu karma gebundelde reisverhalen is de verteller vaak beroepshalve op stap, als tentoonstellingsmaker of verslaggever. Maar soms fietst hij, op zoek naar licht aan de horizon.
In 2018 verscheen bij In de Knipscheer een eerste autobiografisch boek van Joost Pollmann, Schertsfiguur – Mijn leven in 15 stukken, dat in de Volkskrant beknopt werd omschreven als: “Haarlemse verhalen, van horror naar humor”. De combinatie van scherp observeren en lijdzaam je lot dragen, typeert ook Sneu karma – Regenachtige reisverhalen.