1916. Henri Peeters is het laatste lid van het ooit zo succesvolle detectivebureau Agence Hercule. In bezet Brussel is hij niet meer gewenst, dus vlucht hij naar Groot-Brittannië. Als Henri in Folkestone aankomt, wordt hij opgewacht door de Britse officier en voormalige verzekeringsagent Arthur Hastings, die hem een opdracht geeft.
Twee dagen later staat Henri op de Grote Markt in Poperinge, groggy door de snelle opeenvolging van gebeurtenissen en schichtig door het niet aflatende dreunen van de kanonnen. Daar ontmoet hij Oscar Cols de Schoten, een jeugdvriend die nu de pro-Deoadvocaat is van een moordenaar. Als blijkt dat het slachtoffer, een brancardier, een belangrijke rol speelde in hun gezamenlijk verleden, kan Oscar Henri ervan overtuigen de achtergrond van de moord te onderzoeken.
Luitenant Hastings is ontstemd. Moet hij het geld van het War Office besteden aan het oplossen van een ordinaire moord? Hij kan Henri echter moeilijk tot de orde roepen, want niemand mag weten wat zijn opdracht eigenlijk is. Ook Georgina Demotte niet, Henri's partner die al de hele oorlog in Parijs woont en die hem nu ongevraagd ter hulp snelt.
Piet Teigeler (1936) is gewezen journalist en nu misdaadauteur. Voor De zwarte dood werd hij bekroond met de Hercule Poirotprijs.