In de sprankelende, inventieve vertaling van Jan Willem Bos, die de prestigieuze Martinus Nijhoffprijs won voor zijn eerdere vertalingen van met
name de boeken van Cartarescu, ontstaat een wonder van de vertelkunst, een meesterwerk dat zich kan meten met de grote romans van de
twintigste eeuw.
In een melancholisch, meanderend dagboek schrijft een gefrustreerde schrijver over zijn jeugd en adolescentie in de buitenwijken van een verwoeste, koude communistische stad, een gehallucineerde versie van Boekarest. Inmiddels is hij leraar Roemeens, maar zijn baan interesseert hem niet, en zijn literaire carrière zit in het slop. Wanneer hij een oud huis in de vorm van een boot koopt, doet hij een merkwaardige ontdekking. In de kelder vindt hij een vreemde machine, een soort tandartsstoel uitgerust met een dashboard, die hem kan helpen het mysterie van het bestaan te ontrafelen. Solenoïde wordt door critici unaniem beschouwd als hét meesterwerk van Mircea Cartarescu; een ambitieuze en verbluffende roman waarin echo’s van Pynchon, Borges, Swift en Kafka doorklinken.