Het eerste deel van een meeslepende nieuwe trilogie met een sterke vrouw in de hoofdrol.
Berlijn, 1926. Het leven van de twintigjarige Sophia Krohn bevindt zich op een dieptepunt. Haar eerste liefde eindigde in een schandaal, haar vader heeft in zijn woede gezegd dat ze hem niet meer onder ogen mag komen en ze kan het zich niet veroorloven om verder te studeren.
Gedesillusioneerd en met haar dromen in puin vlucht Sophia naar Parijs. Daar krijgt ze tegen al haar verwachtingen in een baan bij een groot mode-imperium. Maar met succes komen ook persoonlijke offers: haar baas eist van haar dat ze tien jaar lang ongetrouwd blijft, en dat terwijl Sophia net weer een beetje hoop begon te koesteren dat de liefde haar niet nogmaals voorbij zou gaan.