In het fictief dorpje Zompelgem wordt het hoofdpersonage Sophie, een jonge vrouw, geconfronteerd met een aantal persoonlijke drama’s. Ze zoekt steun en troost in de godsdienst. Maar mijnheer Angelman, een progressieve priester, maakt haar duidelijk dat de Kerk veranderd is. De voorbeeldrol die zij zou moeten vervullen, is vervangen door een eigen politieke agenda met macht en controle als doel op zich.
Daarnaast wordt ook Zompelgem geconfronteerd met de schoolstrijd. De oude dorpsonderwijzer meester Ottevaere, een goede vriend van Sophie, aanvaardt de liberale schoolwet van 1879 en krijgt daardoor een klerikale haatcampagne over zich heen die hem het leven onmogelijk maakt. Geschokt door deze gebeurtenissen schaart Sophie zich publiekelijk achter de gemeenteschool en het ideeëngoed waarvoor deze staat.
Journalist en publicist Daniël Vanacker voorzag Sophie van een uitgebreide inleiding, waarin hij de roman situeert en de figuur van schrijfster Virginie Loveling (1836-1923) belicht. Zij groeide op te Nevele, een plattelandsgemeente nabij Gent, en stamde uit een familie waarin literatuur, liberalisme, Vlaamse strijd en vrijzinnigheid gecultiveerd werden. Tot die familie behoorden onder anderen Cyriel Buysse, César en Paul Fredericq en Julius MacLeod.