De korte roman Spanning gaat over bedrog in de wetenschap en in persoonlijke relaties. Hoofdpersoon is Jeroen Wielmeijer, die begin jaren tachtig aan de universiteit een promotie-onderzoek uitvoert naar de relatie tussen stress en prestaties bij schoolkinderen. Maar het onderzoek verloopt niet naar wens terwijl de begeleidende hoogleraar wel een proefschrift verwacht. Jeroens verwikkelingen met zijn assistente Marjon zorgen voor verdere complicaties. Het tweede deel van het boek speelt zich achttien jaar later af. Jeroen is inmiddels hoogleraar, en Marjon kruist opnieuw zijn pad. De spanning en de stress lopen hoog op, zo hoog dat Jeroen eraan ten onder lijkt te gaan.