In de metershoge achtkantige crypte van een oude bibliotheek staat een jongen voor de gigantische taak alle daar aanwezige boeken te inventariseren. Hij is de opvolger van de geniale misantroop René, die in een rolstoel is terechtgekomen. Tijdens en na het werk krijgt de jongeman levenslessen van de hoofdbibliothecaris, de mannenverslindster Inez, die hem introduceert in een restaurant waar de grenzen tussen eten en kunst worden opgeheven.
Wat betekenen de berichten die de jongen telkens op zijn computerscherm vindt? Welk geheim houden de acht beelden in de crypte verborgen? Waar komt de verdwijnobsessie van het dansende meisje Lore vandaan? En waarom duiken overal opwindende lichaamsdelen - spierenalfabetten - op?
Het spierenalfabet is niet alleen een mysterieus liefdesverhaal, maar ook een eigenzinnige, verbeeldingsrijke roman over de kunst van het verdwijnen.