Sporen is gesitueerd in Noord-Dakota in het begin van deze eeuw, toen indianenstammen voor het behoud van hun leefgebied streden. De hoofdfiguren in dit verhaal vol onrust en hartstocht zijn een scherpzinnig stamhoofd en een jonge vrouw van gemengd bloed. De vrouw wordt verscheurd door de hevige conflicten tussen het oeroude Chippewa-geloof en het Christendom. Het stamhoofd, driemaal weduwnaar, ontsnapt aan epidemieën en aan wanhoop, redt zich in het leven door zijn schranderheid en vertelkunst. De derde figuur is Fleur Pillager: heks, minnares, echtgenote, moeder en wreekster.
De roman bestrijkt een periode van twaalf jaar, waarin het territorium van de indianen steeds kleiner wordt. De mannen en vrouwen worden gebracht tot de uiterste grenzen van hun verdraagzaamheid. Slechts hun trots en hun gevoel voor humor houdt hen staande.
De roman bestrijkt een periode van twaalf jaar, waarin het territorium van de indianen steeds kleiner wordt. De mannen en vrouwen worden gebracht tot de uiterste grenzen van hun verdraagzaamheid. Slechts hun trots en hun gevoel voor humor houdt hen staande.