Een rij auto’s staat te wachten voor een rood stoplicht. Als het licht eindelijk op groen springt, trekt de eerste auto niet op, tot groeiend ongenoegen van de automobilisten erachter. Als ze het portier opentrekken, treffen ze een wanhopige bestuurder aan, die alleen maar kan uitbrengen dat hij van het ene op het andere moment blind is geworden.
Deze openingsscène is de katalysator van een reeks verbijsterende gebeurtenissen, die algauw apocalyptische vormen aanneemt. De blindheid blijkt besmettelijk: al snel ziet een groot gedeelte van de bevolking van Lissabon niets meer. Alle slachtoffers worden in een ziekenhuis geïsoleerd. Binnen korte tijd spelen zich daar verschrikkelijke taferelen af, die de vraag naar goed en kwaad haast ondraaglijk actueel maken.