De plot van De stad Gods draait om een kruis dat uit een kerk in Manhattan is gestolen en weer opduikt op het dak van een synagoge. Maar in de praktijk is dit boek een enorme smeltkroes van talloze elementen: overdenkingen over de oorsprong van de wereld, Wittgensteins taalfilosofie, de geschiedenis van een Oosteuropees getto onder de Nazi's, teksten van klassieke popliedjes en boven alles de betekenis van God voor de moderne mens.