De roman Stappen tellen van Henk Spaan, auteur van Nouri, is bedrieglijk luchtig van toon. Onder de humor gaat het verdriet van de hoofdpersoon schuil, die zich er uit liefde voor zijn vrouw niet onder laat krijgen. De zeventigjarige Eduard Wakker woont sinds kort in een appartementencomplex voor vijfenzestigplussers. Hoogtepunt van de week is het bijwonen van de werkgroep Rituelen. Dan overlijdt een medebewoner. Zijn eigen vrouw, Lieke, is anderhalf jaar eerder overleden. Dat het leven gewoon doorgaat, weet Eduard ook wel, en dat het niet gemakkelijk is eveneens. Maar dat het gemis zo groot is, had hij niet kunnen bevroeden. Hij maakt aantekeningen en wil hun geluk toevertrouwen aan papier. Zijn herinneringen brengen hem terug naar hun vakanties in Italië, waar ze ooit trouwden. Met zijn vriend en medebewoner Wally wandelt hij van de flat naar het café en weer terug. Intussen kijken ze op hun telefoons hoeveel stappen dat oplevert. Ze praten over hun leven en de wegen die ze bewandeld hebben. En terwijl Wally’s geheugen achteruitgaat, herovert Eduard stukje bij beetje zijn leven op de dood van zijn vrouw. Met een zeldzaam gevoelige en luchtige pen schreef Henk Spaan met Stappen tellen misschien wel de leukste roman over ouder worden.