In Steencirkels gaat een man op reis. Hij is op zoek naar liefde, naar zichzelf, maar ook naar ongereptheid in een door industrie, overbevolking en economisch denken aangetaste wereld. Vijf episoden voeren hem van een stoombad in de provincie naar de poolcirkel, maar of hij vindt wat hij zoekt blijft ongewis. In dit erotisch–ecologisch epos, dat tevens een parallel verhaal over evolutie vertelt, leiden de beste bedoelingen steevast tot onvoorziene gevolgen. Waar Gerbrandy in Vlinderslag (2013) een ragfijne afwisseling van proza en poëzie hanteerde, gaan in dit nieuwe lange gedicht alle registers los, van tastende vertelling tot lyrische uitbarsting, van bittere satire tot nuchter commentaar. Misschien wordt hier de poëzie opgeblazen. Dat moet dan maar.