Wouter is op een leeftijd dat hij de wereld wil ontdekken. Hij doet erg zijn best, maar hij is overgeleverd aan de grillen van het lot. Op een dag verdwijnen zijn ouders spoorloos uit het dorp aan zee. Dagen later spoelt het lijk van zijn vader aan. Van zijn moeder vindt men bij een strandhuisje alleen een hoopje kleren. De gevoelige Wouter klampt zich vast aan de mogelijkheid dat zijn moeder nog in leven is en raakt zo langzaam verstrikt in een door wanhoop en waan geregeerde werkelijkheid.