Tegen de achtergrond van het Zuid-Afrika van na de apartheid, vertelt Stellenbosch de geschiedenis van de Nederlandse familie Keppel, die in de jaren vijftig is geëmigreerd en na een moeizame beginperiode een bestaan heeft weten op te bouwen in de wijnbouw. In de jaren tachtig dwingt de economische boycot de familie terug te keren naar Nederland. Dochter Betty, fanatiek anc-lid, blijft achter op de boerderij en beheert zo goed en kwaad als het gaat het familiebezit. Kort nadat Mandela president wordt, ontmoet zoon Henk in Nederland de mysterieuze zwarte Shelley, die als kind op hun terrein woonde, en een enorme aantrekkingskracht op Henk uitoefent. Zij lijkt meer te weten van de vreemde nachtmerries die hem al jaren plagen. Henks zoektocht leidt hem terug naar Zuid-Afrika. Daar hoopt hij met het verwezenlijken van zijn oude droom - het maken van de beste wijn ooit - compensatie te vinden voor de noodlottige gebeurtenis uit de vroege jaren zestig, waar hij als kind bij betrokken was. Pas als hij daarin slaagt, zal er plaats zijn voor liefde. Allereerst zal hij daarvoor de strijd om de boerderij moeten aangaan met zijn zus Betty, die de boerderij wil 'teruggeven? aan de arbeiders. In het boek Stellenbosch wordt de familiegeschiedenis verteld vanuit verschillende perspectieven - door het oog van drie generaties.