*
Nieuw werk van een dichter die zich bundel na bundel weer bewijst
Sinds zijn debuut met De wetten van de zwaartekracht uit 1992 werkt Marc Tritsmans gestaag en eigenzinnig aan een hoogstaand poëtisch oeuvre. De wandaad van de vergankelijkheid brengt de dichter in deze bundel naar het verleden. Iedereen kent het gevoel: in de stilste nachtelijke uren draai je wat gedachteloos aan de knop van de radio. Je komt terecht in de meest afgelegen frequentiegebieden. En dan word je onverwacht toegesproken door vreemd krakende stemmen in een onverstaanbare taal. De boodschappen die je opvangt zijn mysterieus gecodeerd.
Op vergelijkbare wijze richt de dichter zich in de verzen uit Sterk water op het meest afgelegen verleden. Hij hoopt dat hij zo af en toe een bericht opvangt van de eigen voorouders, een moment uit een onbekend leven, een gedachte, een gebeurtenis die soms maar net buiten het centrum van de geschiedenis heeft plaatsgehad. Een puzzelstukje uit een verleden dat tot op heden onzichtbaar is gebleven. Het brengt hem tot de ontstellende gedachte dat niet één seconde in de geschiedenis niet door één van onze voorouders (mens, dier, bacterie) is beleefd. Van wie of wat zitten er restanten in onze genen? En hoe dun is het laagje beschaving dat die miljarden jaren geschiedenis bedekt? Deze vragen staan centraal in een bundel die 38 gedichten lang probeert door te dringen in de diepte van de tijd.