Ik loop naar de schouw.
Daar hangt ze. Levensgroot, samen met papa. Al mijn hele leven kijkt ze me aan. En altijd met die onderzoekende blik van haar. Hoezo, zit mijn haar soms niet goed? Is mijn jurk niet naar uw zin? Langzaam draai ik me om voor het schilderij en laat mijn rode jurk van alle kanten zien. Mooi hè, mama? Net zo rood als die van u. Speciaal voor de kermis. Tante Suerius gaat er met Lodewijk, Philips en mij naar toe. Waar blijven die twee toch? Ik kan bijna niet meer wachten.
Woensdag 22 april 1649.
Het is kermis in Den Haag. Suzanna Huygens verheugt zich op het uitje. De Tachtigjarige Oorlog is al bijna een jaar voorbij en iedereen in Den Haag geniet daarom dubbel van het mooie lenteweer. Samen met haar vier oudere broers, vader en tante woont Suzanna in een groot chique huis aan het Plein. Vlakbij het Binnenhof. Haar moeder is lang geleden overleden. Vader Huygens is een echte duizendpoot. Hij heeft een belangrijke baan, maakt muziek, schrijft gedichten, tekent en spreekt veel talen. Eén van zijn zoons, Christiaan, is net zo¿n duizendpoot. Hij wordt later beroemd als natuurkundige, de uitvinder van de slingerklok. En hij doet een aantal belangrijke ontdekkingen over sterren en planeten. Christiaan is de lievelingsbroer van Suzanna. Helaas gaat hij niet mee de stad in. Hij heeft het te druk met zijn studie. Suzanna hoopt dat hij wel in de zomer naar Hofwijck komt, hun buitenhuis in de buurt van Den Haag. En dat hij haar alle spannende dingen laat zien waar hij mee bezig is.