Aalst, halverwege jaren tachtig. De stad kreunt onder werkloosheid, verstarring en onbehagen. Danny aanschouwt dit alles vanachter de toonbank van zijn videotheek. Zijn toevluchtsoord, de plek waar hij onopgemerkt door het leven kan strompelen en waar het een komen en gaan is van nachtraven, enthousiaste B-filmfanaten en tandeloze pornokijkers. Met zijn enige vriend Barry brengt hij het grootste deel van de dag door tussen muffe videobanden en loeiharde punkplaten. Worstelend met onmacht én met de onvoorwaardelijke liefde van zijn vrouw.