Deborah Jenkins trekt haar jas aan en stapt de stromende regen in, op weg naar huis. Ze zal er nooit aankomen. In plaats daarvan wordt ze gedrogeerd en een busje in getrokken. Ze wordt wakker in een ijskoude, aardedonkere kamer, met een ketting om haar enkel die is vastgezet in de muur. Hier zal ze de komende vier jaar blijven.
Detective Gina Harte kent de zaak van Deborah Jenkins van buiten. De jonge moeder verdween spoorloos en maanden van intensief politieonderzoek leidden tot niets. Deborah wordt al jaren dood gewaand. Dan wordt op de drempel van de bibliotheek een baby gevonden, in lompen gehuld en te vondeling gelegd. Een anonieme beller tipt de politie om –vooral een dna-test te doen. Gina Harte is al snel ter plaatse, maar is niet voorbereid op de uitslag: de pasgeboren baby is het kind van Deborah. Ze leeft nog. Maar waar?