Glasgow, 1983. Tijdens een stormachtige novembernacht verdwijnt de zesjarige Rosie Thompson uit de slaapkamer die ze deelt met haar tweelingzusje Ruby. Van Rosie ontbreekt sindsdien elk spoor. In dit gebroken gezin groeit Eve op, hun jongere zusje.
Dertig jaar later. Eve werkt als hoogleraar wiskunde aan de Universiteit van Glasgow. Haar leven wordt grondig verstoord door een bericht dat door iemand is achtergelaten in de kapel: Het spijt me wat er gebeurd is met Rosie Thompson. Moge God me vergeven. Omdat het politieonderzoek niets oplevert, besluit Eve zelf actie te gaan ondernemen. Het wordt een zoektocht op leven en dood.