In ‘Stille wateren’ vertelt John Lewis-Stempel het verhaal van de dieren en planten die in en rond plassen en vijvers leven, van de larven in de modder tot de patrouillerende vleermuizen in de nachtelijke hemel erboven. Lewis-Stempel neemt ons in dit fraaie boek mee op een boeiende reis – diep, diep in het wezen van het stilstaande water. Niets op het platteland is waardevoller dan een vijver of een sloot. Het is de woonplaats van het waterhoen, de broedplek van de kikker en het jachtveld van libellen en waterjuffers. Op en onder het water zijn talloze insecten te vinden, en salamanders en vissen natuurlijk. Meer dan honderd zeldzame en bedreigde fauna en flora zijn van dit soort watertjes afhankelijk.
Ik had vroeger een adres waar ik grasmaaide voor een zakcentje. In de tuin was een prachtige vijver en ik zat liever aan de oever om gebiologeerd te kijken naar al het leven dat erdoor werd aangetrokken, dan dat ik achter de grasmaaier liep. Die fascinatie voor waterleven in vijvers en slootjes heb ik eigenlijk nog steeds. Als je je hierin herkent, dan is ‘Stille wateren’ een prachtig boek vol beschrijvingen over flora en fauna, maar ook met verrassende verwijzingen naar de Britse literatuur en geschiedenis. 4/5 sterren