Met het nodige understatement schildert Pavese de microkosmos van een badplaats tijdens het zomerseizoen: de dagen vervuld van verveling en inertie, de oppervlakkige conversatie, het geroddel, de moeizame pantomime van aantrekken en afstoten, de bewegingloosheid waarin slechts het rumoer te horen is van de zon die de aarde bakt.